R

RAK - Lepidoptera
Label:
Circle Records
Site:
artofrak.com
Jaar:
2004
Duur:
62:39
Recensent: OProg
Waardering:

RAK is een pseudoniem voor de Zwitserse toetsenist Marc Grassi. Bij oplettende lezertjes met een zeer scherp geheugen en een grote kennis van de progressieve rock zal nu een belletje kunnen gaan rinkelen. Die naam is inderdaad eerder langs gekomen in de wereld van de prog. De persoon in kwestie dook namelijk in 2001 ook al op, toen met zijn instrumentale band Thonk die het tot nu toe enige wapenfeit ‘Earth Vision Impact' uitbracht. Hoe het met deze formatie zal verlopen is voor mij onduidelijk, maar het zou me niks verbazen als het bij slechts één album gaat blijven.
‘Lepidoptera' heb ik vol verwachting gekocht, niet in de laatste plaats aangetrokken door de werkelijk schitterende hoes gemaakt door Mark Wilkinson, beter bekend door zijn werk voor Marillion en Fish. Daarnaast waren de berichten die ik binnenkreeg bijzonder positief. Meer dan dat zelfs, men vergeleek dit album met IQ's "Subterranea", Marillion's "Brave" en zelfs met "The Lamb lies Down”. Hiermee kwam de lat wel heel erg hoog te liggen en groot was dan ook de teleurstelling bij de eerste beluistering.
Laat ik maar meteen duidelijk maken dat het album helemaal niet slecht is, in tegendeel zelfs. Maar het voldeed niet geheel aan de verwachtingen. De muziek van RAK is progressief. Een mooie combinatie van stevige toetsen, goed gitaarwerk, soms jazzy elementen en dromerige passages. Qua stijl doet de muziek me denken aan bands als IQ, Glass Hammer met zo nu en dan, hoe kan het ook anders, een vleugje Marillion. Ook is er hier en daar wat Radiohead te horen en kom je op de reis door dit album zelfs nog een fraai nummer als ‘Dreams like These', met zang en viool, tegen.
Toch is dit album zoals ik al zei geen meesterwerk. Hoe fraai sommige nummers ook in elkaar mogen zitten, het pakt me absoluut niet bij de strot. Ook na meerdere luisterbeurten niet. Enerzijds zit dit in het feit dat nogal wat passages rommelig overkomen. Zo rommelig dat het gaat storen. Een belangrijke oorzaak hiervan is de productie. Het spijt me om te zeggen maar die gaat wat mij betreft toch richting de noemer ‘matig tot slecht'. Met name de drummer lijkt zo nu en dan op olievaten te rammen en de balans is zo nu en dan zoek. De zang van Dave ‘Zoz' Thwaites komt mede hierdoor niet echt goed uit de verf, hoewel dat in het tweede deel van het album wel bijtrekt.
Misschien nu al tijd voor een remaster? De composities zijn prima en met een goede producer zou er flink wat uit te halen zijn. Nu blijf ik me storen aan de geluidskwaliteit. Zonde, want RAK heeft zeker potentie en hopelijk kunnen ze de belofte nog volledig waar gaan maken. Tot die tijd is dit een verdienstelijk debuut en een belofte voor de toekomst.

OProg (8-2005)

Bezetting:
Marc ‘Rak' Grassi - keyboards
Dave-zoz-Thwaites - vocals
Sam Siegenthaler - guitars
Tobias Reber - touch guitar
Mike Liechti - drums
Silvana Trepp - violin, vocals
Ursine Barandun - cello

Discografie:
Lepidoptera (2005)

Redemption - The Origins of Ruin
Label:
Site:
redemptionweb
Jaar:
2007
Duur:
57:12
Recensent: OProg
Waardering:

Redemption is een Amerikaanse progmetalband bestaande uit onder andere leden van Fates Warning en Prymary. Met 'The Origins of Ruin' is de groep inmiddels gekomen tot haar derde album. De formatie is door de jaren heen bepaald niet hetzelfde gebleven. Vaste kracht is bandleider en gitarist Nick van Dyk. Op Redemption's titelloze eersteling had hij hulp van zanger Rick Mythiasin, gitarist Bernie Versailles, drummer Jason Rullo en de van Symphony X bekende gitarist Michael Romeo. Mythiasin vertrok in 2003 waarna Corey Brown, bekend van Magnitude 9, de groep kwam versterken. Ray Alder, die ook al een nummer zong op het debuut, sloot zich aan bij de formatie. Vervolgens zong hij ook op het gehele tweede album. Zoals ik al zei: inmiddels is in 2007 de derde cd uitgekomen en dit is mijn eerste kennismaking met de band.
De ervaring is intens, het album heeft namelijk iets van een sneltrein die in volle vaart langs allerlei landschappen trekt. De meeste landschappen bestaan voornamelijk uit rotsen met hier en daar wat planten. De gitaren zijn de rotsen die stevig en solide op zijn plaats staan. Verschillende rotssoorten zijn er in de vorm van verschillende klanken. Een geheel dat blijft staan op stevige fundamenten en bij elkaar gehouden door klei en aarde in de vorm van het drumwerk. Zo nu en dan razen we kort langs bloemenpracht die zich uit door middel van mooie keyboarddeunen die meestal niet al te lang in beeld blijven. Dit gaat vier nummers zo door tot we de rust vinden op een eenvoudig station. Een fraaie tweeëneenhalve minuut durende ballad laat de luisteraar even uitblazen en bijtanken voordat de trein doorgaat voor het tweede deel van zijn reis. Dit deel deel lijkt erg op het eerste en ook hier hoeft de passagier zich niet te vervelen. In dezelfde vaart jaagt de trein naar het eindstation zonder de reiziger de tijd te gunnen uit te blazen.
Ik moet bekennen dat 'The Origins of Ruin' een intense, doch zeer vermoeiende ervaring is. Het album kent weinig rustmomenten, maar de muziek ontaardt nergens in chaos. Overal is het goed te volgen, de groep is sterk en het enige punt van kritiek dat ik kan bedenken is het feit dat de heren soms een beetje een eigen gezicht missen. Dit album kan gerust een aanrader genoemd worden voor fans van bands als Threshold, Fates Warning en zelfs Dream Theater.

OProg (3-2007)

Bezetting:
Nick van Dyk - Lead and Rhythm Guitars, Keyboards
Ray Alder - Vocals
Bernie Versailles - Lead Guitar
Sean Andrews - Bass
Chris Quirarte - Drums

Discografie:
Redemption (2003)
The Fullness of Time (2005)
The Origins of Ruin (2007)

Refugee - Refugee
Label:
Charisma
Site:
-
Jaar:
1974
Duur:
49:47
Recensent: OProg
Waardering:

Eind '69 was het toen duidelijk werd dat Keith Emerson bezig was met het verlaten van The Nice. Dit om zijn muzikale horizon te verbreden en iets op te zetten met Greg Lake. Zanger en bassist Lee Jackson en drummer Brain Davison hadden natuurlijk op zoek kunnen gaan naar een vervanger maar besloten werd er dan maar helemaal mee te stoppen. Jackson formeerde het in de verdomhoek terecht gekomen Jackson Heights. Onterecht, aangezien met name het eerste werk 'King Progress' bepaald niet slecht is. Ook de vier albums die volgden waren meer dan aardig, maar wisten in commercieel opzicht niet veel te bereiken. Brain Davison begon ook zijn eigen band, Brian Davison's Every Which Way, waarmee hij met een matig album nog minder succes wist te behalen dan Jackson.
In '73 staken de heren de koppen weer bij elkaar en dit resulteerde in een samenwerking met Patrick Moraz, een Zwitser die tot op dat moment in progressief opzicht als belangrijkste wapenfeit een album met de band Mainhorse had gemaakt. Het resultaat van hun samenwerking is bij dit werk gebleven.
Het belangrijkste punt van kritiek op zowel The Nice als op Refugee is altijd de zang van Jackson geweest. In mijn ogen onterecht. Juist door zijn typische stem maakt hij het tot iets unieks, hoewel ik zeker niet zal beweren dat hij een topzanger is.
De muziek van Refugee is trouwens voor een groot deel instrumentaal. Toch behoort een aantal vocale gedeelten tot mijn favorieten. Hierbij denk ik dan aan ‘Someday', maar dat komt ook omdat er in het nummer een waanzinnige keyboardsolo zit. Leuk om te weten is dat dit de favoriete solo is van Dream Theater toetsenist Jordan Rudess. Nu klapt het album bijna van geweldig toetsenwerk. Zo heeft de opener ‘Papillon' een onwaarschijnlijk snel begin van Moraz, waarmee meteen duidelijk gemaakt wordt wat een kwaliteit hij bezit. ‘Grand Canyon' is een epic, die me altijd doet denken aan ‘Five Bridges' van The Nice. ‘Ritt Mickley' is een instrumentaal nummer en de rest van de tweede plaatkant bevat de track ‘Credo'. Weer zo'n heerlijk gedreven werk met opnieuw Moraz die schittert. Hoogtepunt is overigens als Jackson zingt: ‘I Believe in Midnight Madness / And Ships that pass in the Night'.
Ook bij Yes was dit album opgevallen. Wakeman was juist vertrokken en Moraz was de meest logische vervanger. Zo kwamen Jackson en Davison weer in dezelfde situatie als een paar jaar eerder. Davison verdween van de aardbodem en Jackson vertrok bij mijn weten naar Amerika en ging in de verkoop van keukens. Pas in 2002 zou hij weer boven water komen toen Keith Emerson opnieuw met The Nice ging touren.
Helaas mocht Refugee slechts één album duren. Dat ene album is wel een klassieker! Het is dan ook een schande dat de enige versie die op cd verkrijgbaar is een niet geheel legale persing is op een label met de naam ‘Walhalla'. Tijd voor een remaster met bonus tracks? Er zijn immers optredens gedaan bij de BBC.

OProg (2-2006)

Bezetting:
Patrick Moraz – keyboards
Lee Jackson – bass, vocals
Brian Davison – drums

Discografie:
Refugee (1974)

Renaissance - Renaissance
Label:
Repertoire
Site:
Renaissance
Jaar:
1969
Duur:
39:42
Recensent: JProg
Waardering: Max Score

De eerste twee albums van Renaissance kenden een totaal andere bezetting dan de latere succesformatie onder aanvoering van Annie Haslam. Werkelijk geen enkel lid op het titelloze debuut, ook wel First album genoemd, en diens opvolger Illusion maakte nog deel uit van de Tout/Dunford/Haslam Renaissance. First of Renaissance verscheen in 1969 op een moment dat de symfonische rock nog uitgevonden moest worden. De muziek was diep geworteld in de klassieke traditie vooral door het dominante toetsenwerk van John Hawken. De beiden uit de Yardbirds afkomstige Keith Relf en Jim McCarty zorgden voor de wat meer poppy inbreng, maar lieten regelmatig Hawken het voortouw nemen. De laatste was ook niet wars van klassieke uitstapjes.
De vijf tracks zijn allen lang te noemen, een tweetal zelfs ruim tien minuten. Het geheel handelt over de opkomst, bloei en ondergang van het legendarische Atlantis. De opener, Kings and Queens, gezongen door Keith Relf, biedt veel instrumentale intermezzo's waarbij de klassieke thema's soms door chaotische passages onderbroken worden. Innocence is qua opzet gelijk aan zijn voorganger waarin wederom Keith een rustige melodielijn in het gedreven keyboardspel mengt. Op Island neemt Jane Relf de zang voor haar rekening en ze doet dat op een wijze die volmaakt past bij muziek en tekst. Schitterende instrumentale avonturen met steeds weer de fluweelzachte maar toch krachtige stem van Jane. Zo moeten de Sirenen geklonken hebben die Odysseus op de klippen lokten. Het folky Wanderer vormt de brug naar het afsluitende Bullet, een nummer over de ondergang van het rijk. Onheilspellende drums openen de song. Na een heftige pianorock met zang van Keith en Jane volgt een rustig middenstuk met bas en sologitaar. Keith Relf speelt misschien wel op de gitaar waarmee hij in 1976 noodlottig geëxecuteerd is. Plotseling gezang als waarschuwing voor wat volgen gaat. Noodklokken luiden door zuigende windstormen en waterkolken begeleid. Atlantis is niet meer.
Met Bullet eindigt de originele tracklist van de lp uit 1969. Op de re-issue van Repertoire staan ook nog twee bonustracks. Allereerst Island, de singleversie, waarbij grotendeels de pianosolo van Hawken aan het eind verdwenen is en The Sea. Het laatste was de B-side van de single en laat weer de prachtige zang van Jane horen. Vreemd dat deze song nooit op het reguliere album gezet is.
Welke versie dan ook, dit album is een markant voorbeeld van een harmonieus samengaan van klassieke- en popmuziek uit de begintijd van de symfonische rock en het is en blijft een topwerk.

JProg (2003).

Bezetting:
Keith Relf - vocals, guitar, harmonica
Jane Relf - vocals, percussion
John Hawken - keyboards
Jim McCarty - drums, vocals
Louis Cennamo - bass

Discografie:
Renaissance 1969
Illusion 1970
Prologue 1972
Ashes Are Burning 1973
Turn Of The Cards 1974
Scheherazade 1975
Live At Carnegie Hall 1976
Novella 1977
Song for all seasons 1978
Azure D'or 1979
Tales of 1001 Nights Vol I 1990
Tales of 1001 Nights Vol II 1990
Live at the Royal Albert Hall with the Royal Philharmonic Orchestra, Part 1 1997
Live at the Royal Albert Hall with the Royal Philharmonic Orchestra, Part 2 1997
BBC Sessions 1999
Unplugged - Live at The Academy of Music, Philadelphia USA 2000
Tuscany 2001
In The Land Of The Rising Sun 2002

Rhapsody - Symphony of Enchanted Lands II: The Dark Secret
Label:
Steamhammer / SPV
Site:
Mightyrhapsody.com
Jaar:
2004 Duur: 72:52
Recensent: OProg
Waardering:

'Film Score Metal' is de omschrijving dat het werk van Rhapsody inmiddels heeft gekregen. Muziek in hokjes indelen is iets dat altijd gebeurt en hierbij heeft de groep als het ware een eigen hokje gekregen. Als we toch labels aan het plakken zijn, 'sprookjesmetal' zou ook een goede zijn voor de Italiaanse band. De heren hebben waarschijnlijk van jongs af aan sprookjes te horen gekregen en zetten dan ook ieder album een fantasiewereld neer waar het goede het tegen het slechte op moet nemen. Ook deze keer is er weer voldoende te beleven in de wereld van de tovenaars, elfen en draken. De band is inmiddels overgestapt naar een groter label en het geld dat daarbij beschikbaar kwam is uitstekend gebruikt. Voor het eerst kan gebruik gemaakt worden van een echt orkest en Christopher Lee, die legendarische acteur die de laatste jaren weer volop in de belangstelling stond door zijn rol als Saruman in de trilogie 'Lord of the Rings', is ingezet als verteller.
Om het verhaal achter het album even kort samen te vatten: zeven boeken gevuld met haat bedreigen de wereld. Zes zijn door de goeden al terug gevonden maar de zevende, de meest verschrikkelijke van alle boeken, moet nog gevonden en vernietigd worden. De band neemt de luisteraar mee op een reis om deze queeste te voltooien. De gebeurtenissen die daarbij plaatsvinden staan volgens de band symbool voor actuele situaties in onze wereld.
'The Dark Secret' start in ieder geval indrukwekkend. Sfeervolle orkestraties met daarover de machtige stem van Lee. Zijn aanwezigheid uit zich telkens weer in een hoogtepunt. Ook het koor en het orkest zijn prima gebruikt en de cd bevat voldoende rustpunten. Niet alleen door de gesproken stukken maar ook door bijvoorbeeld een grotendeels akoestisch nummer als 'Dragonland's River'. Muzikaal gezien is alles ook prima in orde, dat wordt al direct duidelijke in de hardere uptempo song 'Unholy Warcry'. Liefhebbers van bombastische, theatrale powermetal zullen hier al helemaal van uit hun dak gaan. Het hele album is uitstekend van kwaliteit. Het is alleen jammer dat er weinig vooruitgang in de muziek zit. Misschien is nog een hoger niveau bereiken nagenoeg onmogelijk, maar ondanks dat het allemaal nog iets grootser is, valt er compositorisch gezien weinig nieuws te ontdekken vergeleken met vorig materiaal. Wel opvallend is overigens dat er minder metal te bespeuren valt en het orkestrale deel met orkest en koor meer naar de voorgrond is gekomen
Liefhebbers van de band zullen weer smullen van het nieuwe werkstuk en van die fans zal niemand erom rouwen dat het niet altijd even origineel is. Feit blijft nu eenmaal dat Rhapsody op eenzame hoogte staat. En waarom zou je een succesformule aanpassen? De groep heeft alles prima op orde en de bombastische, volle, zuivere productie van het album is subliem. Voor de snelle koper is er overigens een 'Limited Edition' beschikbaar met een bonus dvd.

OProg (9-2004)

Bezetting:
Fabio Lione - vocals
Luca Turilli - guitars
Alex Staropoli - keyboards
Patrice Guers - bass
Alex Holzwarth - drums

Rhapsody - The Magic of the Wizzard's Dream
Label:
Site:
mightyrhapsody.com
Jaar:
2005
Duur:
20:45
Recensent: OProg
Waardering:

De inmiddels 82-jarige Christopher Lee vond zijn bijdrage als verteller aan het laatste Rhapsody-album geweldig. Het enige wat de beroemde acteur jammer vond, was dat hij het liefste nog meer had willen doen. Met ‘meer' bedoelde hij dat een stukje zingen wel erg gaaf zou zijn. De Italiaanse band zag een verdere samenwerking met Lee wel zitten en ik heb het resultaat van hun inspanning nu in de speler zitten.
Het vijfde nummer van het laatste Rhapsody-album, ‘The Magic of the Wizzards Dream' is verkozen voor een herbewerking en met die ‘nieuwe' tweede zanger heeft het een extra dimensie gekregen. De geweldige stem van Lee voegt echt iets toe aan het nummer, zoveel kracht zit erin. Natuurlijk is Fabio Lione ook te horen en samen maken ze het tot een afwisselend geheel. Het resultaat is dus erg goed en toch krijgt deze single bij lange na niet de hoogste notering. Om het cdtje vol te krijgen staat er een nieuw nummer op dat nog over was van de opnamesessies van de vorige cd en ‘The Last Angels Call', afkomstig van de laatste langspeler. We vinden het titelnummer overigens drie keer terug. Op de ‘special edition' is deze song zelfs zes keer te vinden. Eerst in het Engels, Italiaans, Frans en Duits. Voeg daar nog een orkestrale versie aan toe en pak ook nog eens een keer origineel en de cd is al weer aardig vol. Is dit niet teveel van het goede? Wat mij betreft wel en ik zie zelfs de meest verstokte fan van deze metalband dit niet vaker dan één keer achter elkaar draaien.
Van deze uitgave was zoveel meer te maken. Op deze manier is het wat mij betreft allemaal wat overbodig en uitsluitend leuk voor de fanbase. De neutrale luisteraar kan beter gewoon 'The Dark Secret' kopen en deze links laten liggen.

Bezetting:
Fabio Lione - vocals
Luca Turilli - guitars
Alex Staropoli - keyboards
Patrice Guers - bass
Alex Holzwarth - drums
Met:
Christopher Lee - vocals

Discografie:
Legendary Tales (1997)
Symphony Of Enchanted Lands (1998)
Dawn Of Victory (2000)
Rain of a Thousand Flames (2001)
Power Of The Dragonflame (2002)
The Dark Sectret EP (2004)
Symphony Of Enchanted Lands II : The Dark Secret (2004)

Ritual - Superb Birth
Label:
Tempus Fugit / Inside Out
Site:
Ritual.se
Jaar:
1999/2004
Duur:
53:08
Recensent: OProg
Waardering:

Het zal 1999 geweest zijn toen ik voor Kerst besloot een aantal cd's te bestellen zodat ik iets te doen had tijdens de donkere dagen rond de kerstboom. Het werd een stapeltje Zweeds werk en één van die albums was het debuut van Ritual. Ik weet nog dat ik het na de eerste keer luisteren verreweg het minste album vond. Pas na meerdere keren ging ik de vreemde combinatie die bestond uit symfo en folk waarderen. Achteraf gezien is het album van Ritual de beste koop van de stapel geweest gelet op het aantal draaibeurten. Ik draai hem nog steeds met veel plezier en het blijft altijd weer een boeiend werkstuk. Toen ik het echt ging waarderen was inmiddels het tweede album al uitgekomen. Ik moest die schijf ook in mijn bezit hebben maar dat was nog niet zo eenvoudig. 'Ritual' was een uitgave van het Franse label Musea terwijl 'Superb Birth' als eigen beheer de wereld in ging en nergens te krijgen was. Uiteindelijk heb ik hem bij iemand in Canada gekocht die hem te koop aan bood op een nieuwsgroep en er blijkbaar vanaf wilde.
De verwachtingen waren enorm, de teleurstelling bij de eerste keer luisteren ook. Ik hoopte dat hij zou groeien maar dat gebeurde niet. Het werk had bepaald niet de sfeer van de eerste, de composities konden me absoluut niet boeien en het het album ging de kast in, eigenlijk om er niet meer uit te komen.
Zo gaan er een aantal jaren voorbij en plotseling sta ik weer met het album in mijn handen. Het is inmiddels opnieuw uitgegeven en zelfs remastered. Ik heb hem onverwacht gekregen en dus toch maar weer eens luisteren. Nadat ik het op had gezet voor de eerste keer schalde 'Do you want to see the Sun' uit de speakers. Vreemd, de cd begon toch helemaal niet met dit nummer? Dat was een juiste constatering, want met de doosjes naast elkaar blijkt dus dat de tracklist helemaal aangepast is. Goede keuze, want dit nummer is een mooie opener. Ik vond het toen ik ze live zag vorig jaar ook een sterk nummer. Ik kende het eigenlijk ook amper, omdat het origineel aan het einde stond en ik zelden zover kwam. Het album schuift onder de laser door en ik ben verbaasd over wat ik hoor, aangezien het stukken beter bevalt dan een paar jaar terug. Dit is voor een groot deel te danken aan de nieuwe volgorde maar volgens mij ook aan het feit dat de opnamen opgepoetst zijn. De minste nummers zijn naar achteren geplaatst. Neem 'Dinosaur Spaceship', een up-tempo nummer dat oorspronkelijk de opener van het album was. Het is niet zo slecht als ik dacht maar nog steeds geen topper, maar het album begon hier origineel nota bene mee. Met als tweede nummer 'Golden Angel' dat niet echt beviel terwijl het ook vooraan stond. Erg mooi is 'A Voice of Divinity', bestaande uit piano en zang.
'Superb Birth' is geen topper maar het is wel tijd voor een herwaardering. Ik vond het altijd matig, maar met name door de nieuwe volgorde zit het een stuk logischer in elkaar en loop het aanmerkelijk mooier. Ook het oppoetsen van de opnames is het album te goede gekomen. Het weet niet het niveau van de voorganger te halen maar is op deze manier wel een lekker album om te luisteren.

OProg (7-2004)

Bezetting:
Patrik Lundström - Lead Vocals & Guitars
Fredrik Lindqvist - Bass
Johan Nordgren - Drums
Jon Gamble - Keyboards

Ritual - Live
Label:
Tempus Fugit / Inside Out
Site:
Ritual.se
Jaar:
2005
Duur:
59:21 & 55:42
Recensent: OProg
Waardering:

Hoe vaak heb ik me niet zitten te vergapen aan de hoezen van ‘Genesis Live’, ‘Yessongs’ en ‘The Thieving Magpie’. Natuurlijk was het zonder de buitengewone verpakking ook top en pure klasse geweest, toch heb ik de buitenkant altijd een belangrijk punt gevonden. Het maakt onderdeel uit van het geheel. Daarom vind ik het ook zo jammer dat de serie live-albums die ik de laatste tijd tegen kom eruit zien alsof de hoes een massaproduct is. Men pakt van elk bandlid een foto van het concert, plaatst ze in willekeurige volgorde op een donkere achtergrond. Zet daarboven een logo, eronder dat het een ‘Live’ album is en wederom is er een hoes klaar. In de tweede variant gebruikt met een van afstand geschoten foto van het podium.
De Zweedse band Ritual is nu ook live te horen op cd. De band bestaat tien jaar en dat was de reden om dit vorig jaar opgenomen concert uit te brengen. Zoals ik al eerder schreef, vind ik het titelloze debuutalbum van de heren nog steeds geweldig. De eigenzinnige mix van prog en folk kan me na jaren nog steeds bekoren. De tweede schijf was aardig en het in 2003 uitgebrachte ‘Think Like a Mountain’ is een zeer redelijk werk. De laatste keer dat ik ze live aan het werk zag was ook op de tour die bij dat album hoorde. Ze wisten me toen niet geheel te overtuigen. Het concert had een paar geweldige momenten, met als hoogtepunt ‘Humble Decision’, maar ook waren er ogenblikken dat de aandacht compleet verdween. De magie van de studio was niet meegekomen naar het podium en de favoriete nummers waren gedevalueerd tot niet meer dan ‘aardige’ nummers.
Dit gevoel overheerst ook bij deze twee cd’s. Het kan me niet het hele concert lang boeien ondanks een aantal uitschieters. Zo zijn het eerdergenoemde ‘Humble Decision’, de ‘Acoustic Medley’ en ‘Do You Wanna See The Sun’ hoogtepuntjes. Verder weten veel nummers me niet te raken op de manier waarop het met de studioversies wel lukte en dan met name met materiaal van het eerste album. Toch is het over het geheel genomen een heel aardig tot goed concert. Speelplezier is er zeker en dat is ook hoorbaar. Maar om eerlijk te zijn verwacht ik dat dit werk de kast in gaat om er voorlopig in te blijven, want het gaat het niet redden naast de stroom kwaliteit die, ook op live-gebied, verder uitkomt.

OProg (10-2005)

Bezetting:
Patrik Lundström - lead vocals & guitars
Fredrik Lindqvist - bass
Johan Nordgren - drums
Jon Gamble - keyboards

Discografie:
Ritual (1995)
Superb Birth (1999/2004)
Think like a Mountain (2003)
Live (2005)

Riverside - Voices in my Head
Label:
Site:
riverside
Jaar:
2004/2006
Duur:
36:39
Recensent: Holand
Waardering:

Riverside timmert flink aan de weg. De twee studioabums 'Out of Myself' en 'Second Life Syndrome' zijn uitstekend. Vooral op het tweede album klinkt een zeer evenwichtige band die zijn draai gevonden heeft. In 2004 was de band te horen op een EP getiteld 'Voices in my Head' met daarop vijf songs. Deze EP was alleen bij de band verkrijgbaar en was al enige tijd niet meer leverbaar. Hij is nu opnieuw uitgebracht, aangevuld met drie live-uitvoeringen van nummers van het eerste album, een videoclip op postzegelformaat, songteksten en foto's. Een multimediaal product dus met een beperkte audiospeelduur van nog geen veertig minuten waarbij men hinkt op meerdere gedachten.
Teveel naar mijn idee. Het geheel geeft daardoor een enigszins teleurstellend gevoel. Het gaat natuurlijk om het audiodeel en als je het live-gedeelte buiten beschouwing laat blijft er maar weinig nieuws over. En dat voor de normale prijs waarvoor de cd over de toonbank gaat. Het gebodene geeft wel een goed beeld van de ontwikkeling van de band waarbij vooral de diversiteit in hun muziek in het pas korte bestaan sterk is vergroot. De sterke troef is natuurlijk zanger Mariusz Duda. Hij kan veel stijlen aan maar dat geldt evengoed voor zijn drie medebandleden. Op deze mini-cd overheersen de rustige nummers refererend aan psychedelisch werk van Pink Floyd en Porcupine Tree. Er is geen plaats voor heavy uitspattingen. Goede muziek, geen twijfel. Ook de live-uitvoeringen mogen er zijn maar het is allemaal wel erg kort.
De multimediale elementen zijn aardig, wel aan de magere kant en slechts leuk voor één keer bekijken. Zie dat meer als toegift en niet als argument om deze schijf aan te schaffen. Het artwork is stemmig maar rommelig. Ik heb nog steeds moeite om de twee reeds verschenen albums op dit gebied uit elkaar te houden, deze is gelukkig zwart-wit.

Holand (6-2006)

Bezetting:
Mariusz Duda - bass, vocals
Piotr Grudziñski - guitars
Piotr Kozieradzki - drums
Michal Lapaj - keyboards

Discografie:
Out of Myself (2003)
Second Life Syndrome (2005)
Voices In My head (2004/2006)


Rocket Scientists - Revolution Road
Label:
Think Thank Media
Site:
rocketscientists
Jaar:
2006
Duur:
51:48 en 49:37
Recensent: JProg
Waardering:

Rocket Scientists is als groep de laatste jaren niet erg actief geweest. Misschien was één van de drijvende krachten, Eric Norlander, te druk met zijn solocarrière of met die van zijn vrouw Lana Lane? Met het uitbrengen van een nieuwe dubbel-cd haalt men de schade aardig in. De bezetting is op de drummer na hetzelfde gebleven. Geldt dat ook voor de muziek?
Ik vind de muziek van de Rocket Scientists vaak nogal klinisch, teveel technisch gedreven en een gebrek aan emotie hebben. Een uitzondering vormt het album ‘Brutal Architecture’, waarop een paar wonderschone nummers staan die wel gevoel hebben. Ik doel op o.a. ‘The Fall of Icarus’ en ‘Mariner’. Maar algemeen moet ik vaststellen dat ik RS-cd’s mooie albums vind maar ze niet al te veel beluister.
Kenmerkend zijn en blijven de nadrukkelijke en breed opgezette keyboardtapijten van Eric Norlander. De interactie met gitarist/zanger Mark McCrite is er wel maar Norlander blijft meestal de baas. Een relevante referentie is ELP’s Keith Emerson. Als bassist is daar zoals immer Don Schiff met zijn herkenbare stijl. Drummer is de alom bekende Gregg Bissonette en die doet dit naar behoren. Op ‘Better View’ drummen ook nog Shaun Guerin en Simon Phillips mee. Naast zang door Mark McCrite neemt ene David McBee op een aantal nummers mede de vocalen voor zijn rekening.
Mark McCrite is een aangename zanger die goed beschouwd qua zangstijl een zeer grote gelijkenis heeft met Lana Lane. Die hebben elkaar erg beïnvloed alsof deze muziek - en die van Norlander/Lane - daarvoor gemaakt is. Mooie nummers staan er op cd één zoals het stevige ‘Dream in Red’, het zwoele ‘Better View’, het instrumentale ‘Outside the Painted Walls’ waarop wonderschone keyboardpartijen staan en ‘Forever Nights’. Dat laatste gaat wel een beetje de gladde kant op maar de wederom fraaie toetsen en dito gitaar geven het een bijzondere kleur. Ook saaie songs passeren zoals ‘Revolution Road’ en het Moody Blues nummer ‘Gypsy’. Dat laatste voegt weinig toe aan het betere origineel. Een technische uitspatting kan niet uitblijven waarvan ’Ptolemy’ het voorbeeld vormt. Contrastrijk is ‘Savor Every Moment’, een lekker lui einde van de eerste cd.
Cd twee is een volwaardig deel van het dubbelalbum. Ik neig ernaar zelfs een lichte voorkeur te hebben voor deze schijf. Dat komt vooral door de hele mooie instrumentale afsluitende song ‘After the Revolution’. Die duurt ruim dertien minuten, is een heerlijk ontspannen samengaan van gitaar en toetsen, bijna rustiek begeleid door bas en drums. Verder weer zeer afwisselende nummers, instrumentaal en gezongen, waarbij ‘Enjoy the Weather’ en het fusionrock-achtige ‘Hold that Thought’ genoemd mogen worden.
Rocket Scientists is Rocket Scientists gebleven, maar vooral de hogere dosis emotie in de nummers heeft voor een aangename opvolger van het wat bloedeloze ‘Oblivion Days’ gezorgd. Wel voor de liefhebbers, maar die zullen niet teleurgesteld worden.

JProg (02-2007)

Bezetting:
Erik Norlander - keyboards
Mark McCrite - guitars, vocals
Don Schiff - stick
Met medewerking van:
David Scott McBee - vocals
Gregg Bissonette - drums
Greg Phelps - accordion
Simon Phillips - drums
Shaun Guerin - drums

Dioscografie:
Earthbound (1993)
Brutal Architecture (1995)
Earth Below And Sky Above - Live In Europe And America (1997)
Oblivion Days (1999)
Revolution Road (2006)

Omar Rodriguez - Omar Rodriguez (2005)
Label:
Willie Anderson Recordings
Site:
themarsvolta.com
Jaar:
2005
Duur:
43:11
Recensent: OProg
Waardering:

Omar Rodriguez-Lopez, binnen de progressieve rock misschien niet direct een bekende naam, maar zeker iemand die alweer een tijdje bezig is met het verkennen van de muzikale wereld. Zo zat hij in de Indie/Emo crossover At the Drive In en begon daarna met voormalig bandmaatje Cedric Bixler The Mars Volta. De laatste groep zal al bekend in de oren klinken bij de progliefhebber. Niet zo gek overigens, zowel hun eerste album ‘De-Loused in the Comatorium’ als de tweede ‘Frances the Mute’ zijn persoonlijke favorieten die de progliefhebber zeker aan zullen spreken. Nu verschijnt van Rodriguez bijna tegelijkertijd met het live-album ‘Scabdates’ van zijn band dit schijfje. Teveel van het goede? Ik dacht van niet, want ondanks dat dit titelloze album evenals The Mars Volta ook improvisatie is, gaat het toch een heel andere kant op .
Het album is geschreven en grotendeels opgenomen toen Rodriguez een aantal weken bij vrienden in Amsterdam verbleef. Het gevolg hiervan is dat alle informatie die bij het album zit in het Nederlands is en een tracklist bevat met namen als ‘Een ode aan Ed van der Elsken’, ‘Regenbogen stelen van prostituees’ en ‘Spookrijden op het fietspad’. Ik zou kunnen vertellen wat er nou precies te horen is, maar daar is met deze vijf nummers die soms complete waanzin bevatten geen beginnen aan. Toch is er een manier om te definëren of u tot de doelgroep van deze cd behoort. Daarom wil ik verzoeken naar de platenkast te lopen en te kijken of u één van de volgende albums ziet staan:

• Miles Davis – Bitches Brew
• Miles Davis – Live-Evil
• Soft Machine – Third
• Electric Masada - 50th Birthday Celebration vol. 4
• Ornette Coleman – Ornette!

Ziet u één of meer exemplaren van dit lijstje of kunt u dit soort muziek überhaupt waarderen dan zou dit vreemde werkje in uw straatje kunnen passen. Voeg aan de bovengenoemde titels overigens nog een latin-sausje toe, denk aan een gitaar die klinkt alsof hij bespeeld wordt door Carlos Santana en John McLaughlin. Echter wel na een avond stevig doordrinken waardoor de gitaar freakt als nooit tevoren. Mocht dit in de smaak vallen dan is dit album een regelrechte voltreffer. Krijgt u al kippenvel bij de gedachte aan het zojuist genoemde, dan zult u vermoedelijk de cd als bierviltje gaan gebruiken en het vreselijk vinden. Voor mij is het echter dik 5 OJE’s.

OProg (1-2006)

Bezetting:
Omar Rodriguez-Lopez - guitar
Adrian Terrazas-Gonzales - saxophone and percussion
Marcel Rodriguez-Lopez - drums, keys, percussion and gong
Juan Alderete de la Pena - bass
Cedric Bixler-Zavala - percussion
Jonathan Robert de Baun - recordings and bass
Eric Salas - drums

Discografie:
A Manual Dexterity: Soundtrack Volume 1 (2004)
Omar Rodriguez (2005)
A Manual Dexterity: Soundtrack Volume 2 (verwacht 2006)


RPWL - Stock
Label:
Tempus Fugit / Inside Out
Site:
RPWL
Jaar:
2003
Duur:
43:46
Recensent: OProg
Waardering:

Ik was nogal verrast toen in 2000 "God has failed" van deze Duitse band uitkwam. Tot op het moment van het binnenstappen van de CD winkel nog nooit iets van RPWL gezien of gelezen en de verbazing was dan ook groot bij het beluisteren van dit album. Het album stond vol met muziek die deed denken aan Pink Floyd (niet zo gek gezien het feit dat ze begonnen waren als Floyd-coverband) en zowel de songs als de productie waren perfect. Ook de opvolger, "Trying to kiss the Sun" is een sterke plaat. Goede nummers en wederom een perfecte productie. Na deze twee albums besloot RPWL dat het wel eens tijd begon te worden voor een album waarop ze de restjes konden zetten die tot op heden waren blijven liggen. Dit is dus "Stock" geworden.
De opener is meteen een cover, een zeer sterke versie van de Syd Barret track "Opel". Net als "Cymbaline" die ze ooit coverden voor een Pink Floyd-tribute album steekt het geheel goed in elkaar. Daarna begint een stuk dat wat mij betreft het achttien minuten durende hoogtepunt van dit album is. De aftrap komt met "The Way it is", een sterk songgericht geheel dat tegen het einde van het nummer werkelijk prachtige instrumentale stukken bevat. Het geheel loopt geruisloos door in "Perceptual Response" om over te gaan in "Forgive me part I". Beide zijn korte instrumentale songs en het laatstgenoemde doet alweer erg aan Pink Floyd denken. De oorzaak hiervan is het rustige gitaarwerk. Wederom een spetterende overgang en we belanden bij het tien minuten durende "The gentle art of Swimming". Een geweldig nummer, goede zang, sterk toetsenwerk en een waanzinnig instrumentaal tweede deel. Het einde geeft de indruk dat er een stukje recht van "Dogs" is overgenomen, het tweede nummer van "Animals" van Floyd. Dit komt waarschijnlijk door het gitaarwerk maar ook door de compositie zelf. Dit is denk ik ook de reden om het niet op een regulier album te plaatsen. "Who do you think you are" is na al dit geweld een beetje een tegenvaller, geen onaardig nummer maar ook geen top. Het komt een beetje lullig over, met name de tekst en zang. "Going Outside" is een tussenstukje naar het volgende nummer "Sun in the Sky". Deze track valt ook ietwat tegen, veel herhalingen en een nogal irritant achtergrondkoortje. "Forgive me part II & III" zijn mooie afsluiters van het album. Rustige nummers, keyboards als basis, Dark-Side-achtige zangstukken. Kortom, prettig luisteren.
De slotwaardering voor dit album valt eigenlijk in twee stukken uiteen. Tot "The gentle art of Swimming" kan ik niet anders dan vijf sterren uitdelen. Het probleem is dan ook dat de aandacht daarna verslapt en de nummers toch iets minder worden. Natuurlijk blijft het altijd boven het gemiddelde maar na zo'n sterk begin is het toch een beetje een afzakker. Dit is ook de reden dat ik op vier OJE's uitkom. Kortom, een zeer goede schijf en zeker een aanrader, maar over de gehele lijn nipt geen supertopper. Het album komt trouwens met een extra DVD waarop het geheel in een 5.1 mix te vinden is. Ook bevat deze DVD een "Tour and History video". Wie het album na het laatste nummer een paar minuten laat draaien krijgt nog een bonusje, een nummertje waarvan het maar goed is dat het niet op de CD staat tussen de rest van het album..

OProg (2003).

Bezetting:
Yogi Lang - Vocals, keyboards
Karlheinz Wallner - Guitars
Phil Paul Rissettio - Drums
Andreas Wernthaler - Keyboards
Stephan Ebner - Bass

RPWL - World through my Eyes
Label:
Site:
RPWL
Jaar:
2005
Duur:
70:51
Recensent: OProg
Waardering: Max Score

De wereld zal er door de ogen van de sympathieke Duitse band RPWL waarschijnlijk geweldig uitzien. Dat is wel duidelijk bij het beluisteren van het derde volwaardige studio-album van de band. Toveren met kleuren en sferen is iets waar de heren immers goed in zijn en nog beter dan in het verleden weten ze een geweldig, boeiend album neer te zetten. Net als het debuut klinkt het als een geheel, 'Trying to kiss the Sun' leed immers een beetje aan een gebrek aan eenheid en ook kon niet elke song even goed boeien.
Yogi Lang heeft als onderwerp onder andere 'spiritualiteit' uitgekozen om over te schrijven en wie daar aan denkt, denkt al snel aan oosterse geluiden en instrumenten. Net als bij The Beatles uit dit zich onder andere in het gebruik van sitar in 'Sleep', maar ook in nummers verderop het album duikt dit instrument regelmatig op. Steeds meer weten de Duitsers een eigen geluid te creëren en steeds meer maken ze zich los van het zwaar door Pink Floyd geïnspireerde geluid. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze grootheid als belangrijkste bron van inspiratie verdwenen is. Zo is ook nu de Engelse invloed nog goed te horen en duikt met regelmaat de gedachte aan Gilmour, Waters, Wright en Mason op zoals die vier klonken tijdens de jaren '71 tot '78. Dit uit zich deze keer minder in de zang. Ondanks dat het soms nog erg 'Gilmouresque' klink wat Lang laat horen is hij meer zichzelf geworden. De geest van de beroemde gitarist komt meer naar voren in in het fenomenale gitaarwerk van Dhr. Wallner.
De band klinkt modern, maar toch niet kil. Het geluid is warm doordat er veelvuldig warme keyboardgeluiden te horen zijn afkomstig van Mellotron en Moog. Maar ook de schitterende productie is hier debet aan. De band zou overigens goed kunnen scoren bij het grote publiek. Een klapper zou het kunnen maken met het vierde nummer, het door voormalig Genesis-zanger Ray Wilson gezongen 'Roses'. Alles in dit nummer klinkt vol overtuiging en het lijkt ook alsof de rest van de band zich door zijn aanwezigheid nog eens extra wil geven.
Het prettige van RPWL zit voor een groot deel in het feit dat de band de luisteraar niet wil verzuipen in een bak met technische kunde en geluid. Het geheel klinkt gebalanceerd en zeker niet 'overdone'. Het is modern, terwijl het ook de liefhebber van oude prog aan zou kunnen spreken. Laten we ook hopen dat ze nog jaren dit soort werk uit zullen brengen. De wereld door de ogen van RPWL is immers een mooie wereld, vol met muziek van topniveau.

OProg (2-2005)

Bezetting:
Stephen Ebner - bas
Yogi Lang - zang, toetsen
Manfred Müller - drums
Kalle Wallner - gitaar
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses'

RPWL - Roses
Label:
Site:
RPWL
Jaar:
2005
Duur:
22:18
Recensent: OProg
Waardering:

'Roses' is de eerste single afkomstig van deze Duitse band. Oorspronkelijk komt het nummer van het laatste album 'The World Through My Eyes'. Mijn mening over zowel het album als over dit specifieke nummer is ook in de betreffende review te lezen. Het is dus een geweldig nummer, maar blijft dat het ook na het knippen tot single-formaat? Ik kan concluderen dat dit inderdaad het geval is. Nergens heb ik het idee een stuk te missen en het is niet zo dat het lijkt dat 'Roses' ontdaan is van zijn of haar ziel.
Helaas maakt een goede singlemix nog geen goede single. Dan doel ik niet op het nummer zelf maar op het totaalpakket dat de luisteraar krijgt in een platte jewel-case. Over de waarde van 'Roses' ben ik te spreken, over de edits van 'Sleep' en '3 Light's' minder. 'Sleep' mist het mooiste stukje, het deel met zang en mellotron. Bovendien zit er in het refrein een achtergrondkoortje dat op de zenuwen werkt omdat het volgens mij harder ingemixt staat dan op de originele versie. Dit nummer zal ik dan ook niet snel weer opzetten. '3 Light's' is gewoon iets korter maar ook hier prefereer ik de albumversie. Voeg daar nog de albumversie van 'Roses' aan toe en we zijn door de single heen.
Geen demo's, geen restmateriaal, slechts nummers die de luisteraar als het goed is al kent. Jammer, nu is het slechts voor de verzamelaar een aardig item. Meer ook niet.

OProg (5-2005)

Bezetting:
Stephen Ebner - bas
Yogi Lang - zang, toetsen
Manfred Müller - drums
Kalle Wallner - gitaar
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses'


RPWL - Start the Fire - Live
Label:
Tempus Fugit / Inside Out
Site:
RPWL
Jaar:
2005
Duur:
61:26 / 67:03
Recensent: OProg
Waardering:

Tijdens een interview vertelde zanger Yogi Lang al dat RPWL plannen had om van de laatste tour een dvd-registratie uit te brengen. Hiervoor zou eventueel het concert gebruikt kunnen worden dat is opgenomen door het beroemde Rockpalast. De dvd is voorlopig nog niet in de maak, maar wel is er nu dit live-album.
Of het concert in zijn geheel is opgenomen tijdens de avond dat er filmopnames zijn gemaakt, of dat het een samenvoeging van meerdere concerten is, weet ik niet precies en de bijgeleverde documentatie geeft daar ook niet veel over vrij. Niet dat dat iets uit maakt maar de puristen onder ons willen dit soort dingen altijd graag weten. Zeker is wel dat er een stuk van die bewuste avond op staat, maar daarover straks meer.
De keren dat ik de Duitsers live heb gezien was ik telkens weer onder de indruk. Niet alleen door het goede spel, maar ook door het waanzinnig goede geluid dat helaas in contrast staat met dat van sommige andere bands. Ook visueel steekt de show goed in elkaar. Achter op het scherm zijn ondersteunende beelden te zien die als het ware een dimensie toevoegen aan de muziek. Ik had niet verwacht dat er ook maar iets zou mankeren aan het geluid op deze twee schijfjes en dat bleek dan ook geheel juist. Het gebodene is krachtig, zuiver en scherp.
Het concert begint met ‘Sleep' en ‘Start the Fire', ook de openingsnummers van ‘World through my Eyes'. Met name in het begin heb ik even het idee dat Yogi Lang een beetje moeite heeft om erbovenuit te komen, maar dat idee verdwijnt gelukkig al snel. Direct valt op dat het allemaal net iets krachtiger en zelfs nog voller is dan de studioversie. Na ‘Who do You Think We Are', van het debuut en ‘Day on My Pillow' van het laatste album duikt een speciale gast op. Het is niet moeilijk om te raden dat Ray Wilson, die na op het zelfs op single uitgebrachte nummer ‘Roses' ook op een live-album het nummer zou komen vertolken. Ook komt nog het zeer sterke Genesis-nummer ‘Not About Us' voorbij, waarna ik me telkens bedenk dat Genesis in die Wilson-periode toch een aantal onderschatte dingen heeft gemaakt. Dit stuk is het deel dat met zekerheid afkomstig is van Rockpalast. Na ‘The Gentle Art Of Swimming', afkomstig van ‘Stock' en het recente 'Wasted Land', start een persoonlijke favoriet. ‘Crazy Lane' dient zich aan en voor het eerst een lichte teleurstelling, aangezien het live niet de snaar weet te raken die op de cd ‘God has Failed' wel telkens weer aangetikt wordt. Na het immer drukke ‘Trying to Kiss the Sun' is het alweer tijd voor de tweede cd. Hiervan is de opener ‘World through My Eyes' waarna zich een stuk Pink Floyd aandient. Dit in de vorm van het eerder op Stock verschenen Barrettwerkje ‘Opel', het reeds van de ‘Signs of Life' sampler bekende ‘Cymbeline' en ‘Welcome to the Machine'. Ja, de versies zijn sterk maar moet dit nou? Dit soort dingen kunnen tijdens een concert leuk zijn, maar wat mij betreft met name het laatste behoorlijk overbodig. De ruimte had beter besteed kunnen worden aan eigen werk. Na ‘I don't Know' volgt het hoogtepunt en favoriet ‘Hole in the Sky'. Hiermee is het concert alweer afgelopen, de cd laat alleen nog de volledige studioversie van ‘New Stars are Born' horen. Dit was ook al het bonusdeel op ‘World Through my Eyes', alleen deze versie duurt geen zeven maar dertien minuten.
Samenvattend is het een album met sterk spel en goede opnamekwaliteit maar helaas ook één met misschien wat verkeerde keuzes. Er had meer op de cd's gepast, het Pink Floyd materiaal had beter plaats kunnen maken voor eigen werk en die bonus-track was goed tot zijn recht gekomen op een ander album. Ondanks alles ben ik toch erg tevreden over deze twee schijfjes en dik vier OJE's is dan ook meer dan terecht.

Bezetting:
Yogi Lang - vocals, keyboards
Kalle Wagner - guitars, vocals
Chris Postl - bass, bass pedals, vocals
Markus Jehle - keyboards
Manni Müller - drums, vocals
Speciale Gast:
Ray Wilson - zang op 'Roses'
en 'Not About Us'

Discografie:
God Has Failed (2000)
Trying To Kiss The Sun (2002)
Stock (2003)

World Through My Eyes (2005)

Roses (single) (2005)
Start the Fire - Live (2005)

© 2003-2024 OJE Music OJE Web All Rights Reserved